Pediatrische Psychologie
De pediatrische psychologie omvat het wetenschapsgebied van de bedreigde of gestoorde psychische en sociale ontwikkeling van kinderen en adolescenten in relatie tot een bedreigde of gestoorde lichamelijke groei dan wel in relatie tot specifieke somatische ziektebeelden en/of symptomatologie. De pediatrische psychologie profileert zich op het snijvlak van drie referentiekaders: (a) de ontwikkelingspsychologie van de normale ontwikkeling; (b) de psychopathologie wat betreft de gestoorde ontwikkeling en (c) de pediatrie waar het ziektebeelden en symptomatologie van de kinderleeftijd betreft.
Onderzoek in de pediatrische psychologie richt zich op:
1. Het effect van (de behandeling van) een ernstige chronische en/of levensbedreigende
aandoening op de kinderleeftijd, op verschillende uitkomsten, te weten cognitieve
en sociaal-emotionele ontwikkeling en de kwaliteit van leven van het kind en zijn
familieleden, zowel op de korte als op de lange termijn;
2. Het bestuderen van factoren die bovengenoemde uitkomsten beïnvloeden;
3. De ontwikkeling, implementatie en evaluatie van interventieprogramma’s.
De term pediatrische psychologie gaat slechts terug tot 1967 en de ontwikkelingen op dit gebied van onderzoek zijn nog steeds erg nieuw. Het meeste onderzoek is gewijd aan de aanpassing van specifieke groepen kinderen met een bepaalde aandoening (zoals kanker, diabetes en astma). Het vakgebied is nog jong in de evidentie voor onderzoek naar de effectiviteit van interventies.
Met de vooruitgang van de geneeskunde zijn er steeds meer kinderen met een ernstige aandoening die langdurig overleven en er sprake is van een verschuiving van een acuut verlopende ziekte naar meer jongeren en jong/volwassenen die opgroeien met een chronische ziekte sinds de kinderleeftijd. Voorbeelden hiervan zijn kinderen met een terminale nier-insufficiëntie, kinderen met aangeboren hartafwijkingen, kinderen met cystic fibrosis en kinderen met kanker. Het aantal kinderen in Nederland dat opgroeit met een meer of minder ernstige chronische aandoening wordt geschat op 300 - 500 duizend kinderen. Ouders spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling en aanpassing aan een ziekte op de kinderleeftijd. Pediatrische psychologie als veld van de wetenschap richt zich dan ook op al deze psychologische gevolgen van ziekte op de kinderleeftijd voor zowel kinderen, adolescenten, jong volwassenen als hun gezinnen.
Een belangrijk deel van deze kinderen heeft regelmatig ondersteuning nodig vanuit een gespecialiseerd medisch centrum. De vraag naar het toekomstperspectief en de kwaliteit van leven van deze kinderen is – gelet op bovengenoemde ontwikkeling - van groot belang. Met een beter inzicht in de psychosociale factoren die bijdragen aan een betere kwaliteit van leven en betere kansen op deelname aan de maatschappij moeten zorgvernieuwingsprogramma’s worden ontwikkeld en toegepast.
Inmiddels zijn in bijna alle universitair medische centra afdelingen of secties pediatrische psychologie aanwezig. Onderzoek beperkt zich echter veelal tot deelgebieden en de hoeveelheid publicaties zijn gering, hetgeen o.a. voortkomt uit onderzoek met kleine populaties.
Vakgenoten kunnen elkaar vinden op www.pediatrischepsychologie.nl.